Op de ochtend van 10 oktober 2025, in een studio waar woorden wegen en blikken soms scherper zijn dan cijfers, zat Lidewij de Vos voor het eerst als lijsttrekker van Forum voor Democratie tegenover Sven Kockelmann. De nieuwe leider, pas een paar weken in het centrum van de politieke storm, keek haar interviewer met rustige vastberadenheid aan. Geen bravoure, geen poeha, alleen kalmte, richting, en een idee van Nederland dat groter lijkt dan de waan van de dag. Het werd een gesprek dat meer was dan een interview. Het was een ontmoeting met een nieuwe politieke toon: zelfverzekerd maar niet schreeuwerig, idealistisch maar niet dromerig. Waar Den Haag vaak verzandt in cijfers en compromissen, sprak De Vos over koers, verantwoordelijkheid en toekomst. En dat deed ze met een zeldzame eigenschap in de politiek: sereniteit.
Een andere energie bij Forum voor Democratie.
Wie Lidewij de Vos ziet spreken, merkt onmiddellijk dat ze geen kopie is van haar voorganger. Ze is geen politicus van slogans, maar van argumenten. Waar anderen zuchten bij het woord “visie”, gebruikt zij het zonder ironie.
“Wij willen dat Nederland weer vanuit zichzelf denkt,” zei ze in het interview. “Niet vanuit angst, niet vanuit internationale druk, maar vanuit gezond verstand en eigenbelang.”
Die zin, bijna achteloos uitgesproken, vat haar politiek samen: nuchter, analytisch en diep geworteld in het idee dat een land pas sterk is als het zichzelf kent.
In een tijd waarin politiek vaak draait om framing en emotie, brengt De Vos iets anders, iets wat eerder doet denken aan klassieke staatskunde: rede, rust en richting.
De neutraliteit van het gezonde verstand.
Een van haar meest besproken standpunten is het streven naar neutraliteit. Niet als terugtrekking uit de wereld, maar als herwaardering van onafhankelijkheid. “Nederland moet samenwerken met iedereen, maar niet meer klakkeloos meebewegen,” zei ze.
Ze vergeleek het met Zwitserland: een klein land, omringd door grootmachten, maar met een sterke identiteit en een solide defensie. “Een Zwitserland aan de Noordzee,” grapte Kockelmann, maar De Vos glimlachte slechts. “Dat is geen grap,” antwoordde ze. “Dat is een richting.”
Het is die combinatie van ernst en eenvoud die haar onderscheidt. Neutraliteit, in haar visie, is geen terugtrekking uit verantwoordelijkheid, maar juist het hernemen van die verantwoordelijkheid: zorgen voor jezelf, zodat je vanuit kracht met anderen kunt omgaan.
Ze wil geen dienstplicht, geen opgelegde uniformiteit, maar wel een sterke krijgsmacht waarin mensen dienen uit overtuiging, niet uit verplichting. Vrijwilligheid, maar met trots. “Je verdedigt niet alleen je land,” zei ze, “je verdedigt je vrijheid.”
Een economie voor mensen, niet voor systemen.
Misschien is het grootste verschil tussen Lidewij de Vos en de gemiddelde Haagse politicus haar economische benadering. Waar velen zich verliezen in ingewikkelde modellen, spreekt zij over het dagelijks leven. Over mensen die hard werken, over ondernemers die hun rug krommen, over gezinnen die weer lucht willen voelen.
“De overheid is te groot geworden,” stelt ze. “Ze drukt te zwaar op de schouders van de burger. Dat moet omgedraaid worden. Niet de overheid bepaalt wat goed is voor mensen, maar mensen zelf.”
Ze wil de belastingen radicaal verlagen, niet als populistische stunt, maar als bewuste keuze om verantwoordelijkheid terug te leggen bij de burger. “Je geeft je eigen geld zuiniger uit dan andermans geld,” zegt ze.
Onder haar plannen: lagere btw, hogere belastingvrije voet, afschaffing van erf- en schenkbelasting, en een vlaktaks die eenvoud en eerlijkheid terugbrengt. “Het huidige systeem is te complex,” zegt ze. “Het ontmoedigt werken, ondernemen en sparen. Wij willen dat mensen weer kunnen bouwen aan hun toekomst.”
Ze weet dat die plannen kritiek oproepen, maar ze heeft haar antwoorden paraat. De miljarden kunnen worden gevonden waar volgens haar het geld nu weglekt: in massa-immigratie, klimaatbureaucratie en subsidies voor beleid dat “weinig oplevert maar veel kost.”
“Als je stopt met verspillen, komt er ruimte vrij om te ademen,” vat ze samen.
Over Rusland, sancties en het lef om anders te denken.
Toen het gesprek bij Oekraïne en Rusland kwam, verschoof de toon in de studio. De Vos sprak niet met de hardheid die men soms hoort in debatten over oorlog, maar met bedachtzaamheid.
Ze noemde sancties “een illusie”, niet omdat ze de daden van Rusland goedpraat, maar omdat ze gelooft dat economische strafmaatregelen niet leiden tot vrede. “Je kunt oorlog niet stoppen met symboliek,” zei ze. “Je stopt oorlog met diplomatie en gezond verstand.”
Ze wil dat Nederland inzet op vredesonderhandelingen, niet op verlenging van een conflict dat volgens haar “iedereen verzwakt.”
Dat standpunt riep reacties op, voorspelbaar, want neutraliteit klinkt ongewoon in een tijd van blokdenken. Maar De Vos deinst er niet voor terug. “Ik ben niet tegen Oekraïne,” zei ze. “Ik ben vóór Nederland. En voor vrede.”
Het is precies dat verschil in perspectief dat haar onderscheidt: waar anderen het debat voeren over schuld en straf, richt zij zich op de uitweg.
Soevereiniteit als sleutelwoord.
“De helft van onze wetten komt uit Brussel,” zei ze rustig. “Meer dan de helft zelfs. Dan kun je je afvragen: hoe democratisch is Nederland nog?”
De Vos pleit voor een terugkeer van zeggenschap. Niet om zich af te sluiten, maar om weer zelf richting te bepalen. Ze wil een Nexit niet omdat ze tegen Europa is, maar omdat ze gelooft dat Nederland beter floreert als het zelf beslist.
“Onze export is sterk omdat we goed zijn in wat we doen, niet omdat we gestuurd worden door Europese bureaucratie,” zei ze. “Soevereiniteit is geen nationalisme. Het is volwassen worden als land.”
Het is een argument dat raakt aan een gevoel dat bij veel Nederlanders leeft, ongeacht hun politieke kleur: het verlangen naar duidelijkheid, autonomie en invloed.
De Vos en de taal van verantwoordelijkheid.
Over immigratie spreekt ze zonder eufemismen. Ze gebruikt het woord “remigratie”, bewust, met overtuiging. Niet uit hardheid, maar uit helderheid. “Wie hier niet legaal is, hoort hier niet te blijven. Wie zich niet aan de wet houdt, moet terug. Dat is geen wreedheid, dat is rechtvaardigheid.”
Waar anderen in slogans spreken, kiest De Vos voor uitleg. Ze wijst op de druk op woningmarkt, zorg en onderwijs, en zegt: “Het gaat niet over afkomst, maar over draagkracht. We kunnen pas helpen als ons eigen huis op orde is.”
Dat is de rode draad door haar verhaal: orde, balans, verantwoordelijkheid.
De nieuwe toon van leiderschap.
Aan het einde van het gesprek komt de onvermijdelijke vraag: hoe is het om de baas te zijn van Thierry Baudet? Ze lacht even, zoals iemand lacht die het antwoord al vaak heeft gegeven. “We werken uitstekend samen,” zegt ze. “Maar ik ben de politiek leider. De Kamer is mijn verantwoordelijkheid.”
Geen afstand, geen spanning, maar ook geen twijfel over wie nu het gezicht van de partij is. Lidewij de Vos is niet de schaduw van Baudet. Ze is de herdefinitie van Forum voor Democratie: minder retoriek, meer richting.
Onder haar leiding lijkt FvD volwassen te worden, niet door te matigen, maar door te verdiepen. Ze spreekt niet voor de bühne, maar voor het idee dat Nederland meer kan zijn dan een optelsom van belangen.
Een nieuw soort kracht.
Wie naar haar luistert, hoort iets wat zeldzaam is in de politiek van vandaag: overtuiging zonder hysterie. De Vos spreekt met precisie, niet met volume. Ze heeft een vanzelfsprekende rust die overtuigt, juist omdat ze niet probeert te overtuigen.
Ze gelooft in het rationele, maar ook in het menselijke. In discipline, maar ook in vrijheid. “De overheid moet kleiner worden,” zegt ze, “zodat de burger groter kan zijn.”
Ze wil geen revolutie, maar een herstart. En dat maakt haar boodschap des te krachtiger.
De wederkeer van de rede.
In een tijd van politieke onrust, internationale spanningen en economische onzekerheid is het verleidelijk om in extremen te denken. Maar Lidewij de Vos kiest voor een ander pad: dat van rede, rust en richting.
Haar ideeën zijn niet altijd gemakkelijk. Ze vragen om nadenken, om reflectie. Maar juist daarin schuilt hun kracht. Ze nodigt uit tot gesprek in plaats van strijd.
Misschien is dat haar grootste kwaliteit: ze spreekt niet tot boosheid, maar tot verantwoordelijkheid. Ze laat zien dat politiek niet per se hard of cynisch hoeft te zijn — het kan ook helder, rationeel en hoopvol zijn.
Een nieuwe horizon voor Nederland.
Aan het einde van het gesprek bedankt ze de interviewer. Geen triomf, geen strijdlustig slotwoord, alleen een glimlach en een rustige “fijn weekend.”
Maar in dat kleine moment ligt de essentie van haar politiek: kalm, zelfverzekerd, toekomstgericht.
Lidewij de Vos vertegenwoordigt een generatie politici die niet meer vecht om gelijk te krijgen, maar om koers te bepalen. Ze wil een Nederland dat nadenkt, dat durft, dat zichzelf weer vertrouwt.
Of haar visie werkelijkheid wordt, beslist de kiezer. Maar één ding is duidelijk: met Lidewij de Vos heeft Den Haag een stem gekregen die niet schreeuwt, maar draagt.
Een stem die zegt: We kunnen dit beter. En we gaan het doen.■
Bron: Twitter. (‘x’)
