Het klinkt bijna gezellig: “partnerschappen voor de doelen.” Alsof de wereld een scoutingkamp is waar iedereen hand in hand een kampvuurkring vormt. Maar wie wat dieper kijkt, ziet dat achter de warme woorden van SDG 17 een koude machinerie schuilgaat. Geen knus kampvuur, maar een strak georganiseerde netwerkstaat, waarin multinationals, NGO’s en politici samenkomen in een dans die meer wegheeft van een coup dan van samenwerking.
Rypke Zeilmaker en Tom Zwitser noemen het woordkunst, maar onder hun ironie ligt een bittere ernst: SDG 17 is geen vrijblijvende oproep tot samenwerking, het is de lijm die de 2030 Agenda tot één wereldpuzzel smeedt. Alle neuzen dezelfde kant op. Maar wie bepaalt de richting?
De officiële lezing: partnerschappen voor de doelen.
De Verenigde Naties presenteren SDG 17 als het sluitstuk van hun Sustainable Development Goals. Terwijl de andere zestien doelen concreet lijken – armoede bestrijden, onderwijs verbeteren, oceanen beschermen – gaat doel zeventien over de structuur: het samenbrengen van krachten. Overheden, bedrijven, universiteiten, NGO’s: allemaal moeten ze de handen ineenslaan.
In de kleurige infographics verschijnt SDG 17 als vijf ringen die in elkaar grijpen. Officieel staan ze voor samenwerking tussen continenten. Maar wie goed kijkt, ziet ook het oude droombeeld van wereldfederalisten: de vijf verstrengelde continenten die samen moeten smelten onder één bestuur.
Partnerschap klinkt onschuldig. Maar wat als die partnerschappen meer weghebben van een kartel? Als het niet gaat om samenwerking, maar om het uitschakelen van onafhankelijkheid?
Complot of logica?
Politici die nuchter willen overkomen, zeggen vaak dat ze niet in complotten geloven. Maar, zo vragen Rypke en Tom zich af: is dat niet de grootste dwaasheid? Want wat zijn politieke partijen anders dan organisaties die samen zweren om macht te winnen? Wat zijn fusies en overnames in het bedrijfsleven anders dan complotten tegen concurrenten?
De geschiedenis bulkt van de samenzweringen. Julius Caesar werd niet door een eenzame gek vermoord, maar door een zorgvuldig georganiseerd complot waar zelfs zijn vriend Brutus aan meedeed. De moord op John F. Kennedy? Ook daar hangen schaduwen van samenzwering.
Waarom zou het vandaag ineens anders zijn? Waarom zouden miljardairsfamilies, lobbyclubs en VN-organisaties zich niet organiseren om macht te centraliseren? De moderne variant heet geen complot, maar partnerschap. SDG 17 is het stempel.
Van Rome naar de club van Rome.
Het idee van wereldheerschappij is niet nieuw. De Romeinen droomden al van een rijk zonder grenzen. In de twintigste eeuw was het de Club van Rome die met haar rapport Grenzen aan de Groei (1968) de basis legde voor een wereldwijde bestuurslogica: de mensheid moet van bovenaf geleid worden, want anders stort het systeem in.
En wie kreeg de rol van groene vlagdrager? De milieutak van de Verenigde Naties, die sinds de jaren ’70 steeds meer macht naar zich toe trok. Klimaat, natuur, duurzaamheid, allemaal nobel klinkende thema’s, maar tegelijk de perfecte vlag om macht van nationale parlementen over te hevelen naar internationale instituten.
Zo ontstaat een commandostructuur die niemand heeft gekozen, maar waar iedereen zich naar moet voegen. Van Den Haag tot Leeuwarden, van Brussel tot New York: overal dezelfde taal, dezelfde logo’s, dezelfde richting.
Friesland als proeftuin.
Het klinkt misschien ver weg, maar zelfs in Friesland duikt SDG 17 op. Onder de Friese vlag van mienskip (gemeenschap) wordt hetzelfde spel gespeeld. Lokale festivals, kunstprojecten en burgerinitiatieven dragen plotseling de duurzame stempel. Burgers denken dat ze iets lokaals meemaken, maar in werkelijkheid wordt de mondiale agenda van bovenaf uitgerold.
Neem de vogelbescherming, ooit een trotse onafhankelijke club. Toen zij in een coalitie moesten opgaan met andere milieuorganisaties, waarschuwde hun oud-directeur: “dan verliezen we ons zelfstandige geluid.” Precies dat is gebeurd. Wie eenmaal in het netwerk zit, praat de taal van subsidies, niet meer die van natuur.
Zo wordt de eigenheid van Friesland langzaam ingepakt in een wereldwijd netwerk. Dezelfde kleuren, dezelfde doelen, dezelfde slogans. Alle neuzen dezelfde kant op.
NGO’s: van idealisten tot kartels
Het maatschappelijk middenveld, ooit een bonte verzameling van clubs met eigen idealen, verandert onder SDG 17 in een blok beton. NGO’s die vroeger onafhankelijk waren, worden via subsidies en regelgeving verknopt tot één stem.
Natuurmonumenten, ooit opgericht om natuur te beschermen tegen de overheid, ontvangt nu jaarlijks tientallen miljoenen van diezelfde overheid. Hun onafhankelijkheid is weg, hun boodschap afgestemd op beleid. En om dat beleid kracht bij te zetten, krijgen hun boa’s – boswachters met opsporingsbevoegdheid – zelfs politieachtige taken. Privéclubs die optreden als arm van de staat: een griezelige ontwikkeling.
Wie zich verzet, merkt de tanden van dit systeem. Journalisten die kritisch zijn, krijgen geen podium maar een proces. Burgers die dwarsliggen, worden bestempeld als lastposten of erger. Het partnerschap duldt geen tegenspraak.
Reclamebureaus en politiek hand in hand.
Hoe krijg je een agenda door het keelgat van een bevolking die er niet op zit te wachten? Simpel: via reclamebureaus. In Nederland speelt het BKB-reclamebureau, opgericht door oud-PvdA’ers, hierin een sleutelrol. Ze organiseren campagnes, festivals en zelfs academies om jongeren te trainen in activisme.
Wat vroeger grassroots-bewegingen waren, blijken vaak zorgvuldig opgezet door communicatiebureaus met subsidies en politieke banden. Astroturf in plaats van grassroots: kunstgras dat moet doorgaan voor echt.
Zelfs muziekfestivals worden ingezet. In Friesland werd Welcome to the Village een vehikel voor klimaatpropaganda. Bezoekers dachten naar een cultureel evenement te gaan, maar kregen lezingen en campagnes mee over fossielvrij beleid. Kunst en cultuur als vehikel voor politieke indoctrinatie – een oude truc, verpakt in een modern jasje.
De verborgen filosofie: Oost versus West.
Interessant is ook de ideologische onderlaag. Waar de Westerse traditie hecht aan waarheid, geschiedenis en feiten, werkt de Oosterse filosofie cyclisch en pragmatisch. Waarheid is relatief, macht is doel.
In de analyse van Rypke en Tom zie je dat SDG 17 leunt op die Oosterse logica: feiten doen er niet toe, zolang het verhaal hun macht maar vergroot. Klimaatactivisten gebruiken cijfers en modellen niet om waarheid te zoeken, maar als wapens om beleid door te drukken. Woorden als wapens, zo werd het letterlijk gezegd.
Het resultaat? Een samenleving waarin discussies niet meer gaan over de werkelijkheid, maar over wie de macht heeft om de werkelijkheid te definiëren.
Kunst, media en de lange arm van propaganda.
Niets ontsnapt aan SDG 17. Niet de media, niet de kunst, niet het onderwijs. Waar je ook kijkt, zie je dezelfde buzzwoorden terugkeren: duurzaam, inclusief, verbonden, fossielvrij.
In Friesland werden zelfs kerken gebruikt als podium voor yoga en meditatiecursussen, terwijl de traditionele mis verdwijnt. Kunstwerken in dorpen dragen plotseling het logo van de SDG’s. En in de media duiken steeds dezelfde gezichten op: alumni van de BKB-academie, gelieerd aan PvdA, GroenLinks of D66, die allemaal dezelfde boodschap brengen.
Wie tegenpraat, wordt weggezet als complotdenker. Maar de ironie is dat het complot hier open en bloot zichtbaar is: een zorgvuldig geweven netwerk dat alle stemmen gelijk schakelt.
Waarom dit ons allemaal aangaat.
Misschien denkt de lezer: dit is groot, dit is ver weg, dit gaat over elites en NGO’s. Maar de waarheid is dat SDG 17 ons allemaal raakt.
Wanneer lokale organisaties hun zelfstandigheid verliezen, verliezen burgers hun stem. Wanneer subsidies de koers bepalen, betaalt de belastingbetaler voor propaganda tegen zichzelf. Wanneer kunst, media en onderwijs in dienst staan van één agenda, verdwijnt diversiteit van denken.
En het gevaarlijkst: wanneer landen hun soevereiniteit opgeven voor internationale partnerschappen, verliezen burgers de zeggenschap over hun eigen toekomst.
Alle neuzen dezelfde kant op – maar wiens richting?
SDG 17 belooft verbinding. Maar verbinding zonder vrijheid is geen gemeenschap, het is een ketting. En wie eenmaal in de ketting zit, kan niet meer bewegen.
De geschiedenis leert dat vrijheid altijd begint bij verschil: verschil van mening, verschil van richting, verschil van stem. Alle neuzen dezelfde kant op klinkt misschien efficiënt, maar het is ook de definitie van een mars. En marsen eindigen zelden in vrijheid.
Slot.
En dus eindigen we waar we begonnen: bij de vraag wie de richting bepaalt. SDG 17 zegt: partnerschappen. Maar achter dat woord schuilt de oudste ambitie van de mens: macht.
En macht die zich hult in de mantel van duurzaamheid is misschien wel de gevaarlijkste macht van allemaal.
Want wie in naam van verbinding alles verknoopt, vergeet dat het mooiste wat mensen bindt, juist hun vrijheid is.■
Bron: De blauwe tijger.
