De stilte voor de storm in de financiële wereld klinkt zelden hardop.

“Kleurrijke cartoon van een sombere man met een zak geld terwijl grote handen hem omringen met dreiging van CO₂-belastingen, digitale controle, schulden en banken — symbool voor burgers als onderpand in het financiële systeem.”

Bron: De nieuwe wereld.

Toch gebeurt het nu, en bijna niemand hoort het. Terwijl wij nog rustig met onze pinpassen zwaaien en onze spaarsaldi controleren alsof ze in steen gebeiteld staan, rolt achter de schermen een financiële transitie uit die ongekend in omvang is. Geen beleidsnota’s of saaie bankrapporten, maar harde feiten van klokkenluiders, juristen en economen die jarenlang genegeerd werden. Eén van hen is jurist en financieel klokkenluider Hester Bais, die in interviews onomwonden stelt: “Onze pensioenpotten zijn geen spaarpotten, ze zijn onderpand in een wereldwijd schuivend geldspel.”

Wat zij onthult, gaat verder dan economische hocus pocus. Het gaat over macht. Over controle. Over de vraag of burgers straks nog eigenaar zijn van hun huis, hun geld, hun keuzes, of slechts gebruikers van een systeem dat allang niet meer van hen is.


De illusie van zekerheid.

We leven in de veronderstelling dat het geld op onze bankrekening van ons is. Dat ons huis ons bezit is. Dat ons pensioen op ons wacht als beloning voor jaren arbeid. Maar Bais schetst een ander verhaal: niet wij bezitten, maar wij worden bezeten.

Wanneer jij een hypotheek afsluit, denk je: ik leen geld van de bank tegen rente en in ruil mag ik hier wonen. Maar het werkelijke mechanisme is omgekeerd. De bank creëert jouw hypotheekbedrag uit lucht, op basis van het onderpand dat jíj inbrengt: jouw huis. De bank verleent jou geen dienst, ze ontvangt er één. Jij draagt jouw eigendom aan als hefboom waarmee de bank verder kan handelen. Je betaalt decennia lang rente over geld dat nooit bestaan heeft vóór jij het contract tekende.

Nog fundamenteler wordt het bij pensioenfondsen. Die lijken op solide bastions van collectieve welvaart — potten met echt geld voor later. Maar onder de motorkap blijken ze onderdeel van een gigantisch onderpand-circuit. Pensioenbeleggingen fungeren niet primair als spaarpot, maar als schakel in een wereldwijd systeem van balletje-balletje met schuldpapieren. De bankwereld verhandelt claims op claims op claims, waarbij de oorspronkelijke waarde allang is opgelost in derivaten, repomarkten en beloftes die alleen standhouden zolang niemand écht uitbetaald wil worden.


Het verdwenen gat van 200 miljard.

In Nederland alleen al is een onderpandtekort van zo’n 200 miljard euro blootgelegd in de nasleep van de financiële crisis. Officieel was dat ‘verdwenen’. Administratief weggeboekt. Maar juristen zoals Bais vonden in Wob-verzoeken contracten en memo’s van pensioenuitvoerders die bevestigen wat nooit mocht worden uitgesproken: grote institutionele beleggers hebben jarenlang onderpand hergebruikt alsof het plastic fiches waren in een casino.

Zogeheten repotransacties, kortlopende deals waarbij banken tijdelijk geld lenen in ruil voor onderpand, worden gebruikt om dezelfde schuldpapieren meerdere keren als dekking in te zetten. Alsof je één jas hebt, maar die bij vijf verschillende pandjeshuizen tegelijk hebt verpand.

Die hefboomwerking maakt het systeem uiterst gevoelig voor waardedalingen. En precies dáár waarschuwen insiders voor: als huizen, staatsobligaties of andere activa in prijs dalen, ontstaat er een mechanisme van margin calls, bijstortverplichtingen. Wie denkt dat dit alleen grootbanken treft, vergist zich. Ook gewone woningeigenaren kunnen straks een brief krijgen van hun bank: “Uw woning is minder waard geworden. Graag aanvullende zekerheid stellen.”


De depositogarantie: een luchtkasteel?

Veel Nederlanders troosten zich met de gedachte dat spaargeld tot €100.000 gegarandeerd is. Maar wie garandeert die garantie? Niet een vol fonds, maar wederom… schuld. De staat garandeert via belasting de spaartegoeden van burgers als banken omvallen. Dat werkt zolang banken incidenteel vallen. Niet als het systeem zelf wankelt.

En dat systeem wankelt, niet alleen door schulden, maar door ontwerp.

Want naast financiële machinerie vol hefboom en hergebruik, is er een andere structuur in opbouw: een digitale beheersarchitectuur voor burgers. Waarin geld niet slechts betaalmiddel is, maar stuurmechanisme.


Van geld naar gedrag.

De invoering van digitale identiteit (eID), CO2-budgetten, cashloze betalingen en de beoogde digitale euro (CBDC) worden gepresenteerd als modernisering. Efficiëntie. Veiligheid.

Maar ontleed de logica:

  • Als contant geld verdwijnt → elke transactie is traceerbaar.
  • Als identiteit digitaal verplicht wordt → elke handeling koppelbaar aan een individu.
  • Als CO₂-budgetten worden ingevoerd → elke aanschaf krijgt een moreel prijskaartje.
  • Als digitale valuta programmeerbaar wordt → geld kan voorwaardelijk worden uitgegeven.

Vandaag koop je een biefstuk bij de slager. Morgen zegt je bank-app: “U heeft uw vleesquotum bereikt.” Je vliegt twee keer per jaar? “Uw CO₂-budget is op.”

Denk je dat dit vergezocht is? In Europese beleidsdocumenten staan deze mechanismen al uitgewerkt. CO₂ is niet enkel een klimaateenheid, het wordt onderpand. Beleggers kunnen handelen in verhandelbare emissierechten. Burgers worden niet aangespoord om te reduceren, ze worden gegijzeld in een puntensysteem.


De multipolaire herschikking.

Waarom nu? Waarom tegelijk in zoveel landen dezelfde richting op? Omdat we aan de vooravond staan van een monetaire herschikking.

De wereldeconomie draait officieel nog op de Amerikaanse dollar als reservemunt. Maar Rusland, China en tal van opkomende economieën werken al jaren aan een alternatief: een multipolair financieel stelsel waarin niet één munt de maat slaat, maar blokken elkaar in balans houden.

De Westerse machtsblokken, VS, EU, Canada, Japan, werken ondertussen aan hun eigen versie. Niet door te saneren, maar door schuld te recyclen naar controlemechanismen. Waar schulden niet worden terugbetaald, maar worden omgezet in gedragsleibanden voor burgers. Het is geen crisis van falend beleid. Het is transformatie door ontwerp.


De burger als laatste besefdrager.

We lopen in een fuik, maar velen zien het nog als vooruitgang. Contactloos betalen, makkelijk. Digitale pasjes, handig. Slimme thermostaat, energiezuinig. Belastingvoordeel hier, subsidie daar. Maar elke laag gemak plaatst een laag controle over ons heen. Wie nu denkt: “Maar wat kan ík doen?”, ook dat is geprogrammeerd. Onmacht is het eindproduct van jarenlange normalisering. Als je denkt dat je geen invloed hebt, geef je die automatisch weg.

Maar er is beweging mogelijk. Niet via grote omwentelingen, maar via decentrale verandering. Lokaal ruilen. Cash gebruiken waar het kan. Niet álles digitaliseren. Kinderen leren omgaan met bezit, arbeid en autonomie. Steunorganisaties die privacyrechten verdedigen. Politieke druk uitoefenen op één kernpunt: geldcreatie en schuldsystemen moeten terug onder democratische controle, of liever nog, onder burgerlijke discipline.


Een slotzin voor wie nog gelooft dat het wel meevalt.

We stonden ooit op tegen belasting zonder inspraak. We vochten voor stemrecht, voor eigendomsrecht, voor privacy. Nu dreigen we vrijwillig het laatste wat we hebben over te dragen, niet aan een koning, maar aan een algoritme.

Vrijheid verdwijnt zelden met geweld. Ze verdwijnt met gemak.

En het gemak is groot. Maar de prijs, dát bepalen we nu.

Dus gebruik je stem. Gebruik je geld bewust. Gebruik je kritisch vermogen. Want wie niets doet, betaalt straks niet alleen de rekening, maar wordt zelf het onderpand.

“Kleurrijke cartoon van een sombere man met een zak geld terwijl grote handen hem omringen met dreiging van CO₂-belastingen, digitale controle, schulden en banken — symbool voor burgers als onderpand in het financiële systeem.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *