Op een winterse dag in januari 2020 verschijnt het nieuws dat in China een nieuw virus rondwaart. Binnen enkele weken beheerst het woord corona de wereld. In maart 2020 roept de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) officieel de pandemie uit. Wat volgde was ongekend: scholen dicht, straten leeg, economieën stilgelegd. Het openbare leven kwam grotendeels tot stilstand.
De periode van januari 2020 tot en met mei 2022, tweeënhalf jaar lang, staat in ons collectieve geheugen gegrift. Het was de tijd van mondkapjes, avondklokken, QR-codes en eindeloze persconferenties. Een tijd waarin angst en onzekerheid regeerden.
Maar achteraf rijst de vraag: waren al die maatregelen wel nodig? En belangrijker nog: waarom kon dit gebeuren? Het antwoord voert ons terug naar 2009, toen de WHO in stilte de definitie van “pandemie” veranderde.
Angst als fundament.
De angstcampagne begon in maart 2020, toen de WHO een sterftecijfer van 3,4% meldde. Veel hoger dan de griep, zo leek het. Het beeld van een moordend virus was geboren. Overheden reageerden met drastische maatregelen: lockdowns, reisverboden, teststraten en quarantaine.
Maar al in september 2020 werd dit cijfer fors bijgesteld: naar 0,23%. Onderzoekers van Stanford University en andere universiteiten bevestigden dat de infection fatality rate rond de 0,15% lag, vrijwel gelijk aan een stevig griep seizoen.
Met andere woorden: de overlevingskans lag voor de meeste mensen ruim boven de 99%.
Oversterfte: waar bleef de catastrofe?
Een pandemie zou logischerwijs moeten leiden tot ongekende oversterfte. Maar de data vertellen een ander verhaal.
- In het Verenigd Koninkrijk scoorde 2020 beter dan 2008 als je keek naar leeftijdsgestandaardiseerde sterfte.
- In de Verenigde Staten lagen de cijfers op het niveau van 2004.
- In Duitsland waren de sterftecijfers vergelijkbaar met 2016–2018.
- In Australië werd zelfs minder sterfte geregistreerd dan verwacht.
In Nederland was er wel extra sterfte, maar die bleek grotendeels verklaarbaar door vergrijzing en bevolkingsgroei. De massale doden die een pandemie zouden kenmerken, bleven uit.
Met of door COVID?
Een van de grootste verwarringen was de registratie van overlijdens. Wereldwijd gold: iedereen die binnen 28 tot 60 dagen na een positieve test overleed, werd meegeteld als COVID-dode.
Gezondheidsfunctionarissen in Italië, Duitsland, het VK en de VS erkenden later dat dit beleid leidde tot forse overschattingen. Zelfs een bouwvakker die van een ladder viel, werd in de statistieken als coronadode geregistreerd.
Het verschil tussen sterven met of door COVID raakte uitgewist. Het gevolg: angstcijfers die het beleid rechtvaardigden.
Wie stierven er werkelijk?
Kijk je naar de demografie van de slachtoffers, dan ontstaat een duidelijk beeld.
- In Italië lag de gemiddelde leeftijd van een coronadode op 86 jaar.
- In Duitsland op 83 jaar, in Zwitserland en Canada op 86 jaar.
- In Nederland was 88% van de sterfgevallen ouder dan 70 jaar.
Daarbij had meer dan 98% van de slachtoffers onderliggende aandoeningen. In de VS stelde het CDC vast dat slechts 6% van de overlijdens puur door COVID kwam. In Nederland stierven in 18 maanden slechts 208 mensen onder de 70 zonder ernstige aandoeningen.
Het beeld van een “killer virus dat iedereen trof” blijkt daarmee onhoudbaar.
Lockdowns: dure illusie.
Lockdowns werden gepresenteerd als noodzakelijk om de curve af te vlakken. Maar onderzoek wees anders uit.
- The Lancet vond geen bewijs dat lockdowns sterfte significant verminderden.
- Oxford University en Bloomberg zagen nauwelijks correlatie tussen strengheid van maatregelen en overlijdens.
- Vergelijking tussen Florida (weinig maatregelen) en Californië (strenge lockdowns) liet vrijwel identieke curves zien.
De schade was daarentegen enorm. Kinderen kwamen in psychische nood, het aantal zelfmoordpogingen steeg, operaties en diagnoses werden uitgesteld, miljoenen mensen wereldwijd belandden in armoede. Zelfs de WHO noemde lockdowns een “wereldwijde catastrofe”.
Avondklok: symbool zonder resultaat.
Nederland voerde tussen januari en april 2021 een avondklok in. Burgers mochten na 21:00 uur niet meer de straat op. Achteraf gaf Ernst Kuipers toe: er was “geen enkel effect” te zien in ziekenhuisopnames. Toch waren er boetes, arrestaties en rellen.
PCR-test: twijfelachtig fundament.
De PCR-test gold als gouden standaard. Maar de uitvinder, Nobelprijswinnaar Kary Mullis, waarschuwde dat PCR nooit bedoeld was om ziekten te diagnosticeren. De test kon genetisch materiaal opsporen, maar zei niets over besmettelijkheid of ziekte.
In Duitsland reageerden de PCR-tests zelfs op verkoudheidsvirussen. In China kreeg dezelfde patiënt op dezelfde dag verschillende uitslagen. Toch werden deze cijfers bepalend voor beleid en vrijheidsbeperkingen.
Vaccins en de QR-samenleving.
Toen de vaccins kwamen, werden ze gepresenteerd als de weg naar vrijheid. Maar al snel bleek die vrijheid voorwaardelijk. Alleen wie gevaccineerd was of een negatieve test kon tonen, kreeg toegang tot restaurants, theaters en evenementen.
Daarna volgden boosters. De overheid reserveerde miljarden voor nieuwe prikrondes. Het vooruitzicht van een eindeloze cyclus tekende zich af, terwijl de oorspronkelijke belofte, bescherming tegen sterfte, steeds minder overtuigde.
Ziekenhuizen: nooit ingestort.
Een veelgebruikt argument was dat de zorg zou bezwijken. Maar noodhospitalen in Nederland, de VS en het VK bleven grotendeels leeg. De structurele problemen lagen bij jarenlange bezuinigingen en afbouw van IC-bedden. De pieken die wel ontstonden, waren niet ongebruikelijk in zware griepseizoenen.
Terug naar 2009: de Mexicaanse griep.
In mei 2009 paste de WHO in stilte de definitie van pandemie aan. Voorheen gold dat er een aanzienlijk aantal doden moest zijn. Die eis werd geschrapt. Een maand later riep de WHO de Mexicaanse griep uit tot pandemie.
Nederland kocht 34 miljoen vaccins voor 340 miljoen euro. Achteraf bleek 2009 een van de mildste griepjaren ooit. Viroloog Schellekens noemde het een “hoax” en waarschuwde: “Als de definitie niet wordt aangepast, kan straks elke verkoudheid tot pandemie worden uitgeroepen.”
Elf jaar later werd die waarschuwing werkelijkheid.
Het patroon: belangen en macht.
De parallellen zijn duidelijk. In 2009 en in 2020 zagen we dezelfde ingrediënten:
- Angstcampagnes in media.
- Cijfers die uit hun context werden getrokken.
- Kritische geluiden die weggezet of gecensureerd werden.
- Farmaceutische bedrijven die miljarden verdienden aan vaccins.
De Mexicaanse griep was de generale repetitie. COVID-19 de uitvoering.
De maatschappelijke prijs.
Na tweeënhalf jaar pandemie bleven de littekens achter. Vertrouwen in overheid en media kreeg een klap. Families raakten verdeeld door meningsverschillen. Jongeren kampen nog steeds met mentale problemen. Economieën dragen zware schade.
En dat alles op basis van twijfelachtige definities, opgeblazen cijfers en disproportionele maatregelen.
Conclusie.
Van januari 2020 tot mei 2022 leefden we 2,5 jaar in een werkelijkheid gedomineerd door angst en maatregelen. Maar terugkijkend blijkt dat het virus statistisch vergelijkbaar was met griep, dat oversterfte beperkt bleef, en dat de zwaarste maatregelen weinig effect hadden.
De kern ligt in een beslissing uit 2009: de WHO schrapte de eis van massale sterfte uit de definitie van pandemie. Daarmee werd de deur geopend voor een crisis die misschien nooit een pandemie had mogen heten.
De echte pandemie was niet medisch, maar maatschappelijk: een pandemie van angst, verdeeldheid en verloren vrijheid.
En zolang de definitie van pandemie niet wordt hersteld, is het niet de vraag óf, maar wannéér de volgende wereldwijde crisis wordt uitgeroepen.■
