Hoe een nobel VN-ideaal uitmondt in een strijd om macht, identiteit en vrijheid
Wie bepaalt wat gelijkheid is? Wie profiteert van diversiteitsquota en herverdelingsagenda’s? Wat betekent het dat machtige miljardairs als Bill Gates miljarden investeren in bevolkingspolitiek en CO₂-compensatie door geboortebeperking? En hoe raakt dit ons, burgers in Nederland, waar raden en besturen steeds meer gestuurd worden door opgelegde diversiteit? Deze vragen staan centraal in de kritiek van publicisten Rypke Zeilmaker en Tom Zwitser, die in hun satirische en scherpe analyses bij De Blauw Tijger SDG10 – “Minder ongelijkheid” – fileerden als een dekmantel voor machtspolitiek. Hun conclusie is even ontnuchterend als provocerend: SDG10 is geen ideaal van rechtvaardigheid, maar een vorm van modern communisme, vermomd als filantropie.

De belofte van SDG10
De Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties gelden wereldwijd als blauwdruk voor een betere wereld in 2030. Doel nummer 10 – “Reduced Inequalities” ofwel minder ongelijkheid – lijkt onomstreden. Wie kan er immers tegen zijn dat mensen, ongeacht afkomst, gender of achtergrond, gelijke kansen verdienen?
Maar, zo waarschuwen Zeilmaker en Zwitser, achter de fraaie slogans gaat een harde agenda schuil: herverdeling van welvaart, beperking van bevolkingsgroei en sociale engineering die diep ingrijpt in samenlevingen. Het ideaal van gelijkheid wordt, volgens hen, misbruikt om macht te centraliseren en burgers te disciplineren.
Van filantropie naar misantropie
Een veelzeggende illustratie komt van een tweet van ASN Bank, waarin werd gesteld:
“Baby’s maken is het mooiste wat er is. Maar elk kind dat niet geboren wordt, scheelt jou als potentiële ouder wel 58,6 ton CO₂-equivalent per jaar. Wat vinden jullie: mag je als westerse persoon een tweede kind?”
Voor Zeilmaker en Zwitser vat dit de kern van de Agenda 2030 samen: een misantropische ideologie, waarin zorg voor de planeet wordt vertaald naar controle over geboortecijfers. Empowerment van vrouwen betekent in die context niet primair meer vrijheid, maar vooral een rol in de arbeidsmarkt en minder kinderen. Achter de retoriek van emancipatie gaat, volgens de critici, een bevolkingspolitiek schuil.
Bill Gates, een van de grote financiers van programma’s rond reproductieve gezondheid, wordt in dit kader genoemd als boegbeeld. Zijn investering in anticonceptie, abortus en CO₂-politiek is volgens hen geen altruïsme, maar een rationele stap om de wereldbevolking te verkleinen.
Vet cashen met diversiteit
Dat SDG10 ook een lucratieve markt schept, wordt duidelijk in het satirische sketchprogramma van Rypke & Tom, waarin ze fictief een bedrijf runnen: Diversiteit Detachering Dinxperlo (DDD). Hun parodie toont hoe raden van bestuur gedwongen worden quota te vullen met ‘diverse’ kandidaten – niet om hun capaciteiten, maar omdat ze voldoen aan een seksuele, raciale of gendercategorie.
Het duo laat zien hoe absurd de situatie wordt: iemand die zwart, homo én transgender is, telt meteen voor drie quota. “Vet cashen,” grappen de mannen, “want er is geen business als diversiteitsbusiness.” Hun satire legt een pijnpunt bloot: achter het nobele streven naar inclusie ontstaat een bureaucratische industrie waarin bedrijven, adviesraden en consultants verdienen aan papieren gelijkheid.
Het communistische skelet onder SDG10
Volgens Zeilmaker en Zwitser is SDG10 niet los te zien van een bredere marxistische traditie. Net als in het Communistisch Manifest wordt het gezin aangevallen als ‘patriarchale structuur’. De staat moet, in hun analyse, traditionele verbanden ondermijnen om individuen direct aan de overheid te onderwerpen.
De retoriek van “het bestrijden van ongelijkheid” wordt daarbij een dekmantel voor het zaaien van verdeeldheid. De ironie is dat een beleid dat ongelijkheid wil verminderen, volgens hen juist nieuwe ongelijkheid creëert: de autochtone bevolking raakt structureel benadeeld, terwijl migratie en diversiteitsquota bevoordeeld worden.
“Het is verdeel en heers,” zo vat het duo samen. Migratiepacten zoals dat van Marrakesh en de druk om honderdduizenden nieuwe migranten jaarlijks te huisvesten worden gezien als onderdeel van deze strategie: door bevolkingsgroepen tegen elkaar uit te spelen, groeit de behoefte aan een sterkere staat die orde moet handhaven.
De logica van onvrede
Dat beleid leidt, zo stellen zij, onvermijdelijk tot spanningen. Journalist Udo Ulfkotte, die door De Blauw Tijger werd vertaald, waarschuwde al dat etnische diversiteit vaak resulteert in gettovorming en conflicten. Veiligheidsdiensten in Duitsland signaleerden al in 2008 brandhaarden in steden als Bremen en Hamburg, waar bevolkingsgroepen langs etnische lijnen tegenover elkaar kwamen te staan.
Deze spanningen zijn geen bijwerking, maar onderdeel van de strategie, zo is de stelling: door chaos groeit de roep om orde, en dus om meer politie, meer toezicht, meer staatsmacht. Waar de burger denkt te strijden tegen ongelijkheid, wordt hij volgens deze visie juist ondergeschikt aan een almachtige overheid.
Humor als wapen
Hoewel de boodschap zwaar is, brengen Rypke en Tom hun kritiek met scherpe humor. Hun sketches over genderklappers, quota en de SER van Mariëtte Hamer zijn doordrenkt met sarcasme. Ze spelen met overdrijving – een “transgender Nigeriaanse homo die ook nog klimaatactivist is” – om de absurditeit van beleid zichtbaar te maken.
Humor blijkt hun wapen tegen de ernst van ideologische machtspolitiek. Waar academici en beleidsmakers droge rapporten schrijven, kiezen zij voor beeldende, satirische scènes die een breed publiek aanspreken.
Lokale uitvoering: gemeenten en quota
De kritiek blijft niet beperkt tot internationale instellingen. Ook in Nederland zien zij hoe gemeenten zich verbinden aan de Global Goals. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) profileert zich actief met de SDG’s, en verplicht gemeenten tot beleid rond diversiteit en inclusie.
Daarmee wordt de abstracte VN-agenda concreet: op lokaal niveau ontstaan quota, programma’s en campagnes die direct invloed hebben op wie een baan krijgt, hoe subsidies verdeeld worden en welke waarden op scholen worden onderwezen.
De aanval op de boer
Een ander strijdtoneel is de landbouw. De boerenprotesten van de afgelopen jaren passen volgens Zeilmaker en Zwitser naadloos in het plaatje: boeren worden gecriminaliseerd als vervuilers en onteigend in naam van klimaat en gelijkheid. Wie hen steunt, loopt het risico als “terrorist” te worden weggezet – een term die het duo met zwarte humor op de hak neemt.
Ook hier zien zij de communistische logica: de boerenklasse *(koelakken) moet verdwijnen, hun land herverdeeld. Gelijkheid, maar dan door nivellering en afbraak.
*Wat zijn “koelakken”?
De term koelakken komt uit de Sovjet-Unie en werd in de jaren ’20 en ’30 gebruikt voor boeren die relatief welvarend of zelfstandig waren, bijvoorbeeld omdat ze eigen land, vee of personeel hadden. Onder Stalin werden zij tot vijanden van de staat verklaard, omdat ze de collectivisatie van de landbouw zouden tegenwerken. Miljoenen koelakken zijn toen onteigend, gedeporteerd of geëxecuteerd. De verwijzing naar “koelakken” legt een parallel met de huidige situatie waarin boeren worden gezien als obstakel voor klimaat- en stikstofbeleid en hun grond moet verdwijnen “voor het grotere goed”.
Een strijd om vrijheid
De kern van de kritiek is dat SDG10 niet om gelijkheid gaat, maar om controle. De overheid bepaalt wie kans krijgt, welke groep bevoordeeld wordt en hoe de samenleving wordt ingericht. Burgers verliezen hun eigen beslissingsruimte: van het krijgen van kinderen tot het kiezen van werknemers of het behouden van land.
Het ideaal van gelijkheid verandert zo in een machtsinstrument. “Misantropie vermomd als filantropie,” zoals Zeilmaker en Zwitser het formuleren.
Slot: de vraag aan de lezer
Of men hun analyse deelt of niet, één ding is zeker: SDG10 roept fundamentele vragen op over de toekomst van onze samenleving. Willen we een wereld waarin gelijkheid wordt opgelegd via quota, herverdeling en bevolkingspolitiek? Of een wereld waarin ongelijkheid wordt bestreden door vrijheid, verantwoordelijkheid en natuurlijke verhoudingen?
De strijd om SDG10 is geen theoretisch debat. Het gaat om de kern van onze vrijheid, identiteit en menselijke waardigheid.
Want als gelijkheid alleen nog bestaat bij de gratie van controle, hoeveel vrijheid blijft er dan nog over?■