Wat als alles wat je doet, van je boodschappen tot je internetgebruik, onderworpen wordt aan een digitale poortwachter? Het klinkt als een dystopische sciencefictionfilm, maar volgens documentairemaker Mark Sharman is dit geen toekomstfantasie, maar een routekaart die al tientallen jaren wordt uitgerold. Zijn documentaire The Agenda: Their Vision, Your Future legt verbanden bloot tussen klimaatpolitiek, voedselproductie, energie, onderwijs, media en zelfs de opvoeding van kinderen. Samen vormen ze volgens Sharman één gecoördineerde agenda die onze vrijheid bedreigt.
Een nieuw hoofdstuk in een oud verhaal.
In Nederland werd de documentaire geïntroduceerd door Flavio Pasquino, oprichter van Blckbx.tv en tegenwoordig actief met LighthouseTV. Pasquino dacht aanvankelijk dat hij na vijf jaar onderzoeksjournalistiek over dit thema niets nieuws meer zou horen. Maar The Agenda – Deel 2 verraste hem. De helderheid waarmee losse puzzelstukjes – van digitale valuta tot klimaatwetten – samenkwamen in één lijn, was voor hem onthutsend.
Het uitgangspunt: machtsblokken en oligarchen willen al decennialang grip krijgen op de samenleving. De instrumenten zijn er inmiddels: kunstmatige intelligentie, grootschalige surveillance, digitale identiteit, programmeerbare valuta. En de inzet is hoog: voedsel, energie, reizen, gezondheid, en uiteindelijk onze individuele autonomie.
De digitale gevangenis.
“Zodra de digitale ID is ingevoerd, is het spel voorbij voor de mensheid,” klinkt het in de documentaire.
Volgens Sharman en zijn geïnterviewde experts is de digitalisering van het leven niet slechts gemak of vooruitgang, maar een mechanisme om volledige afhankelijkheid te creëren. “Met de opkomst van brain-computerinterfaces en biometrische sensoren worden lichamen en hersenen verbonden met een netwerk. Je kunt niet meer overleven zonder die aansluiting,” waarschuwt een deskundige.
Het klinkt extreem, maar Sharman wijst erop dat de infrastructuur voor deze controle in hoog tempo wordt uitgerold. Slimme meters, digitale paspoorten, CO₂-budgetten en gedwongen verduurzamingsplannen zijn volgens hem de bouwstenen van een digitale kooi.
Klimaat als hefboom.
Eén van de meest explosieve onderdelen van de documentaire is de aanval op het dominante klimaatverhaal. Terwijl overheden wereldwijd miljarden uitgeven om CO₂-uitstoot terug te dringen, laten klimaatwetenschappers als John Christie en Roy Spencer in de film een andere lezing zien: opwarming verloopt gematigder dan modellen voorspellen, en extreme weersomstandigheden nemen niet significant toe.
Christie zegt: “Wat we vinden is dat vrijwel elke claim onjuist is. Orkanen, tornado’s, droogtes – ze bewegen binnen de natuurlijke variabiliteit. Maar toch wordt dit narratief politiek uitgebuit.”
Volgens de documentaire is het klimaatdossier niet alleen wetenschappelijk betwistbaar, maar doelbewust gekozen als kapstok voor mondiale sturing. Sharman legt een directe lijn naar Maurice Strong, de Canadese oliebaron en VN-functionaris die in de jaren ’70 en ’90 sleutelfiguren was in het opzetten van IPCC, de Club van Rome en Agenda 21. Zijn nalatenschap: klimaatakkoorden, CO₂-markten en een bureaucratische machine waarin twijfel nauwelijks ruimte krijgt.
Net Zero of economische zelfmoord?
De film schetst hoe Europese landen zichzelf met hun klimaatdoelen in een wurggreep draaien. “Net Zero is waanzin,” zegt een geïnterviewde. “Het idee dat je 85% van de wereldenergie – afkomstig van fossiele brandstoffen – in minder dan dertig jaar kunt vervangen door zon en wind is niet alleen economisch onzinnig, het is een recept voor de-industrialisatie.”
De gevolgen tekenen zich al af:
Europa verliest industrie aan landen met goedkope energie, zoals de VS (door schaliegas) of China (kolencentrales).
Huishoudens zien hun kosten stijgen, doordat de elektriciteitsvoorziening afhankelijk wordt van weersomstandigheden.
Natuur wordt opgeofferd aan mega-projecten: windparken die ecosystemen verstoren, zonnepanelen die landbouwgrond innemen.
Voor de documentaire is dit geen paradox, maar een logische uitkomst: “Het is economische zelfmoord, maar wel gepland. Energie wordt schaars gemaakt, en wat schaars is, kun je beheersen.”
De oorlog tegen landbouw.
Minstens zo beladen is het hoofdstuk over voedselproductie. Wereldwijd staan boeren onder druk door stikstofregels, klimaatmaatregelen en nieuwe belastingen. In Nederland leidde het al tot massale protesten. Sharman laat zien hoe beleidskeuzes, van het sluiten van duizenden Nederlandse boerenbedrijven tot een vleestaks in Denemarken, volgens critici neerkomen op een “oorlog tegen landbouw”.
Boerin Kelly Seaton verwoordt het in de film scherp: “Ze demoniseren melk en vlees, terwijl die juist uniek voedingswaarde hebben. We worden richting bewerkt voedsel en lab-grown vlees geduwd. Wie daar het patent op heeft, beheerst uiteindelijk de voedselketen.”
Volgens de documentaire staan hier miljardenbelangen op het spel. Grote corporaties, gesteund door miljardairs als Bill Gates, investeren zwaar in kunstmatig voedsel en genetisch gemodificeerde gewassen. Het vooruitzicht: een volledig gecentraliseerd voedselsysteem in handen van enkele megabedrijven.
Media en onderwijs: de zachte macht.
Hoe kan zo’n agenda voortrollen zonder massaal verzet? De documentaire wijst naar media, universiteiten en zelfs kinderprogramma’s.
Onderzoeksjournalist Ben Pile legt uit hoe netwerken als Covering Climate Now honderden mediaorganisaties – van Reuters tot The Guardian – instrueren het officiële klimaatnarratief te volgen. Afwijkende geluiden worden genegeerd of weggezet als “desinformatie”.
In het onderwijs ziet Sharman eenzelfde patroon. Kinderen worden al jong geconfronteerd met VN-doelen, genderideologie en klimaatcampagnes. Zelfs tekenfilmfiguur Thomas de Trein wordt ingezet om “de global goals” te promoten. Een criticus in de documentaire waarschuwt: “We vragen kinderen te geloven dat hun bestaan een ramp is voor de planeet. Dat is psychologisch verwoestend.”
De rode draad: anti-humanisme.
Sharman concludeert dat al deze thema’s – klimaat, landbouw, energie, onderwijs, media – terug te voeren zijn op één ideologie: anti-humanisme. De mens wordt voorgesteld als last, als bedreiging, als kanker voor de aarde. Vanuit die gedachte legitimeren elites volgens hem steeds verdergaande maatregelen: van transhumanistische technologie tot bevolkingsbeperkingen.
Een denker in de film vat het zo samen: “Er zijn twee kampen. Zij die mensen zien als creatief en waardevol, die moeten floreren. En zij die ons zien als plaag, als blight. Het is diep triest dat zovelen in dat laatste kamp belanden.”
Het keerpunt.
De film eindigt niet in *fatalisme, maar in een oproep. Transparantie, waarheid en verzet worden gepresenteerd als wapens van vrije mensen. “We moeten blijven spreken, voor onze kinderen, voor de mensheid, voor de generaties die nog moeten komen,” zegt een van de geïnterviewden.
*Fatalisme is de opvatting dat het lot, een onvermijdelijke en onpersoonlijke macht, alles bepaalt, waardoor de mens geen invloed kan uitoefenen op zijn leven en toekomstige gebeurtenissen. Dit leidt tot een houding van berusting, waarbij men zich neerlegt bij de loop der dingen, omdat men gelooft dat alles al vastligt en niet te veranderen is.
Het slotbeeld laat zien dat, hoewel de agenda onverbiddelijk lijkt, de groei van onafhankelijk media en burgerbewegingen hoop biedt. Zoals Sharman het formuleert: “Zodra je het ziet, kun je het niet meer ontzien. En dan is er geen weg terug.”
Een ongemakkelijke spiegel.
Of men het eens is met de analyse of niet, The Agenda – Deel 2 legt een ongemakkelijke spiegel voor. De documentaire bundelt thema’s die doorgaans apart worden besproken – klimaat, digitalisering, onderwijs, landbouw – en presenteert ze als schakels van hetzelfde proces.
Voor sommigen is dit een gewaagde samenzweringstheorie. Voor anderen een broodnodige waarschuwing. Wat vaststaat: de film prikkelt, provoceert en dwingt tot nadenken over wie de koers van de toekomst bepaalt – en in wiens belang.
De afsluiter.
Misschien is de meest beklijvende zin uit de documentaire wel deze:
“Als vrijheid eenmaal wordt ingeleverd voor veiligheid, is het spel voorbij.”
Of dat spel al verloren is, of nog te winnen, hangt volgens Sharman af van de bereidheid van burgers om vragen te stellen – en om nee te zeggen.■