De verkiezingsnacht ligt nog warm in het geheugen als een rondgang over het Binnenhof de toon zet voor links Nederland: ongemak, ontwijking en afbrokkelend zelfvertrouwen. In de camera van Left Laser, 65,5 duizend abonnees; de video van 2 november 2025 noteert tot nu toe 8.899 weergaven, ontspint zich een reeks korte, snijdende ontmoetingen die meer weghebben van een spiegel dan van een interview. Niet de slaap, maar de zinnen zijn kort; niet de euforie, maar de frictie voert de boventoon.
Een frame dat blijft hangen: ‘NAVO 1’
“Mevrouw Van der Werf, van harte gefeliciteerd.” Het compliment is nauwelijks uitgesproken of de verslaggever laat het woord vallen dat als een refrein door de rest van de video zal klinken: “Navo 1.” In zijn redenering is de formatie, welke combinatie van middenpartijen ook, bij voorbaat een kabinet dat “heel veel geld naar het leger” stuurt, met het risico dat de zorg daarvoor moet bloeden. De vragen volgen in rap tempo en met messcherpe suggesties: gaat het “eigen risico omhoog,” wordt er “iets uit het basispakket” gesloopt, “ten koste van de oorlogsmachine”?
De geïnterviewde houdt het bij procedure: “Dat gaan ze bespreken tijdens de onderhandelingen.” En verder: eerst “even vieren” voor er bezuinigd wordt. De verslaggever, onverbiddelijk: “Ja, bezuinigen. Laat dat maar aan de VVD over.” Een VVD‑stem elders in de montage bevestigt dat die partij “wel met voorstellen” zal komen, een zin die, losgezongen van details, precies genoeg is om het frame “NAVO 1” te voeden. Het label nestelt zich in de montage: eenvoudig, prikkelend en irritant lastig te ontkrachten in de hectiek van een eerste reactie.
Klaver tussen camera en commentaar.
“Hallo meneer Klaver.” De begroeting is beleefd; de context niet. De interviewer haalt “de test” aan, een TikTok‑format waarin eerste‑stemmers worden aangesproken via eten proeven, en concludeert dat het “geen winnende strategie” is. Klaver probeert te verbreden: “Volgens mij hebben we heel veel gesprekken met elkaar gehad… altijd heel inhoudelijk.” Maar de camera keert steeds terug naar de oppervlakte van zichtbaarheid: formats, filmpjes, hapjes. Wat ontbreekt, zo luidt de impliciete aanklacht, is een verhaal dat een “rechts kabinet” werkelijk kan pareren.
Wat wel aanwezig is: vermoeidheid. “Ik lag vannacht om 3:30 in mijn bed,” klinkt het. En emotie. Het afscheid van Frans Timmermans is nog vers: “Voor mij is dat gewoon een collega… met wie ik heel veel heb samengewerkt… bijna 24 uur per dag.” Op reflectie wil Klaver niet vooruitlopen: “Ik heb nu geen eerste reflectie.” Het is precies die zin die de rondgang typeert: niemand wil al duiden, maar de camera vraagt erom.
De voice‑over slaat de maat: koers om, of ten onder.
Tussen de gesprekken door zet de voice‑over de messcherpe analyse neer die de grondtoon bepaalt. Timmermans, verbonden aan Rutte II, staat symbool voor een koers die door de kiezer “heel hard [is] afgestraft.” De metafoor is onbarmhartig: “liever als kapiteins op het schip recht op die ijsgrots af en ten onder” dan het roer “een beetje naar links verleggen.” Het recept dat volgt, is even klassiek als dwingend: terug naar “de werkende klasse,” een “brede beweging” opbouwen, de “confrontatie” aangaan “met de VVD,” “met het kapitaal,” “voor mens en milieu.”
De presentator naast de voice‑over knikt het groot gelijk toe: “Ik denk dat de kijker jou ook gelijk geeft, want ik vind het een goed verhaal.” In de montage werkt het als een ritme: korte, soms ontwijkende quotes van politici, afgewisseld met een assertieve, coherente kritiek. De boodschap: de vorm wint van de inhoud, en zolang links in dezelfde vijver blijft vissen, zal D66 “daar gewoon beter in” zijn.
SP in close‑up: verlies als gewoonte?
“SP. Ja. Je SP verliest voor de 10e keer in 10 jaar volgens mij.” De vragensteller gunt geen aanloop, geen context, geen genade. Het antwoord is eerlijk: “Dat gaat dus echt niet best… dit is natuurlijk wel een klap.” De theorie, “je stond op nummer vijf”, blijkt een armzalige troost. Het gesprek kantelt naar strategie: “Peter Griffin memes” op het main‑account van de partij zouden geen serieuze communicatielijn zijn. De SP’er probeert het te nuanceren: “400.000 mensen” bereikt via een persoonlijk account, jongeren die “heel erg openstonden” voor het verhaal.
De interviewer volhardt: “Vond je een succes? 400.000 mensen bereiken?” Hij verwijst naar lijstjes waarin “zes tot acht partijen” beter scoren op likes en zichtbaarheid, “SP stond niet eens in een lijstje.” De SP’er erkent het gebrek aan effectiviteit: “We hebben niet genoeg gedaan… we zijn niet effectief genoeg geweest.” En dan, op de vraag of het misschien “aan jou” ligt, volgt een begrijpelijke reflex: nee, het is “een klassenstrijd,” de “vermogende klas” is “heel erg aan het winnen,” de Kamer “is echt aan het verrechtsen.” Het is waar en ontoereikend tegelijk. De camera registreert een partij die zichzelf niet alleen moet verdedigen tegen politieke tegenstanders, maar ook tegen de diagnose dat verliezen een gewoonte is geworden.
Viral is geen verhaal: Bassie, selfies en de lege winst.
De montage schuift naar het anekdotische bewijs dat bereik niet hetzelfde is als overtuigingskracht. “Wat was het leukste moment van de campagne?” Iemand antwoordt zonder ironie: “De clown Bassie‑imitatie van mijn collega.” Het leverde herkenning op: “jongeren stonden in de rij” voor een foto; “heel veel DM’s” van “mensen die 16, 17 zijn.” Tegelijk klinkt er een besef door: “Dat is inderdaad niet de kant die je op wil,” al moet “jonge aanspreekelijkheid” wel degelijk onderdeel zijn van het palet. De belofte die daaruit rolt, is ouderwets en urgent: “een echte oppositie in de Kamer,” “het geluid van de mensen in de straat” terugbrengen.
Hier wint de video aan scherpte: door de juxtapositie van ‘Bassie’ en ‘echte oppositie’ toont zij de wankele brug tussen zichtbaarheid en vertrouwen. De eerste kun je regisseren, de tweede moet je verdienen.
Terug naar ‘NAVO 1’: consensus zonder omhelzing.
Het frame keert terug. “Zijn jullie klaar voor een NAVO 1‑kabinet?” De aangesprokene fronst: “Ik ken deze vorm van het kabinet niet.” De interviewer legt het nog eens uit: CDA, GroenLinks‑PvdA, VVD, D66“, allemaal voor de NAVO,” “hartstikke voor die Trump norm,” en dus per saldo één blok. Er is erkenning dat “er partijen [zijn] die daarvoor zijn,” en zelfs dat het “in ons verkiezingsprogramma” staat. Maar niemand wil het samengestelde label ‘NAVO 1’ adopteren. Het blijft daarmee het eigendom van de camera: een provocerende samenvatting die, juist doordat hij niet wordt ontkracht met concrete alternatieven, blijft echoën.
Een vertrek tekent de dag: Timmermans uit beeld.
Tussen de snelle vragen en snibbigheden door valt een stil moment: “We hebben gisteren afscheid genomen van onze politieke leider.” De klap is persoonlijk. “Voor mij is dat gewoon een collega… met wie ik heel veel heb samengewerkt.” Wie de montage strak bekijkt, ziet dat die zin niet bedoeld is als strategie of als analyse, maar als verwerking. De left laser presentator, trekt zich daar weinig van aan en houdt het tempo vast: het roer moet om, de “bestuursbob uit Brussel” werkte niet, de cijfers bevestigen wat al jaren geroepen wordt. Op de achtergrond blijft het verlies een feit, en het vacuüm van opvolging een ongemakkelijke vraag.
De hoop en de vraag die niemand wil beantwoorden.
“Is er nog hoop?” De woordspeling is flauw, de vraag legitiem. “Er is hoop genoeg,” luidt het antwoord, al is de diagnose hard: “vijf zetels verloren… het is wel echt een tikje.” De interviewer voorspelt, half plagerig, half serieus, een toekomstig lijsttrekkerschap. De betrokkene wijst het van de hand. Dan volgt de hamvraag die boven de hele video hangt: misschien “schoon schip maken,” “de hele verliezende generatie eruit”? Het antwoord houdt de deur op een kier: “zeker wel de potentie” om te groeien, maar “het is een moeilijke dag,” en “kijken wat het beste is om te doen.” Het is de echo van alle andere antwoorden: verwerken, bespreken, bezinnen.
De onderstroom: drie lessen uit een korte, scherpe montage.
Wie het geheel tot zich laat doordringen, stuit op drie terugkerende lijnen die de video zonder omhaal naar voren schuift:
Vorm zonder verhaal werkt niet. Eten proeven, imitaties, memes: ze leveren zichtbaarheid op en zelfs een rij jongeren voor een selfie. Maar zonder scherper, conflictwaardig verhaal blijven het losse virals; de zetels komen er niet mee.
De middenkoers is overbezet. “Vissen in dezelfde vijver” levert links minder op dan concurrenten die die vijver beter bespelen. De left laser presentator trekt de conclusie die in de loopgraven al klinkt: het roer moet naar de werkvloer, naar belangen, naar conflict, niet naar consensus op een zinkend midden.
Framing wint als het vacuüm blijft. ‘NAVO 1’ wordt nergens omarmd, maar ook nergens effectief weersproken. Waar politieke taal uitwijkt naar “onderhandelingen” en “bekijken,” vult de camera het gat met een label dat blijft plakken.
De toon van de dag erna.
Het meest onthullende woord in de hele rondgang is misschien wel “verwerken.” Wie verloor, wil tijd. Wie won, wil niet te vroeg juichen. Wie kijkt, hoort een journalist die juist die tussenruimte onleefbaar maakt met rechtstreekse, ongemakkelijke vragen. De één zoekt houvast in het proces, “dat gaan ze bespreken”, de ander in bereik, “400.000 mensen”, en weer een ander in herhaling, “echte oppositie” in de Kamer. Maar de montage laat weinig ruimte voor troost. Elke uitweg die geen koers is, wordt meteen zichtbaar als uitstel.
De laatste minuten keren terug naar de oervraag van de linkse familie in deze video: wanneer is verliezen genoeg geweest? Het antwoord komt, aarzelend maar hoorbaar, uit de mond van een van de geïnterviewden. Geen grote woorden, geen grote plannen, maar één zin die zowel erkenning als opdracht bevat, precies het soort slot dat een politieke kater verdient:
“Dat er iets gaat veranderen, dat is wel overduidelijk.”■
Bron: Left Laser: Loser links moddert moedeloos verder.