Een exclusief interview van Marlies Dekkers met Maarten Keulemans.
Het was een duel dat zijn weerga niet kende. De arena? Geen rechtbank, geen talkshow, maar een gesprekstafel. Aan de ene kant: Maarten Keulemans, door velen liefkozend — of juist spottend — omgedoopt tot Mr. Fake News, de man die jarenlang het gezicht was van de ‘serieuze’ wetenschap in de krant. Aan de andere kant: Marlies Dekkers, interviewer, ondernemer, outsider én criticus van de gevestigde media.
Vanaf het moment dat hij binnenstapte, voelde hij het. Dit was geen gesprek waarin hij de regels bepaalde. Dit was geen Volkskrant-stuk waarin hij de pen vasthield. Dit was een arena waarin zijn zorgvuldig opgebouwde imago zou worden getest tot op de draad. En wat er gebeurde? Het werd geen gelijkspel. Het werd een overwinning. Voor Dekkers.
Het eerste sneetje.
Keulemans probeerde luchtig te beginnen. Hij sprak over zijn liefde voor wetenschap, over voortschrijdend inzicht, over de plicht van journalisten om feiten te blijven verdedigen. Het klonk vertrouwd, alsof hij een lezing gaf voor een welwillend publiek.
Maar Dekkers luisterde niet om bevestiging te geven. Ze luisterde om door te prikken. “Maarten,” zei ze, “jij zegt feiten te brengen. Maar leg me eens uit: hoe kan het dat zóveel mensen zich juist door jouw werk verraden voelen?”
Zijn glimlach verstarde. De eerste barst in zijn pantser.
Het verlies van vertrouwen.
Keulemans verdedigde zich. “Ik heb altijd de wetenschap gevolgd. Ik ben geen propagandist.” Maar Dekkers bleef scherp. “Mensen lazen vier kranten per dag. Ik ook. Totdat ik ontdekte dat het verhaal niet meer klopte. Jullie, de zelfverklaarde bewakers van de waarheid, bleken zelf onderdeel van het probleem.”
Daar zat hij, de man die ooit Journalist van het Jaar werd, opeens in de rol van verdachte. Zijn feiten werden verdacht gemaakt, zijn neutraliteit in twijfel getrokken. Het publiek voelde mee met Dekkers’ frustratie. Het was hún stem die zij uitsprak.
De haat en de dreiging.
“Je weet niet wat ik dagelijks binnenkrijg,” zei Keulemans plots. Zijn stem brak even, alsof hij zijn verdediging liet zakken. Hij las voor: berichten vol doodsverwensingen, vergelijkingen met landverraders, oproepen tot tribunalen.
Dekkers zweeg, luisterde, liet hem spartelen. Toen sprak ze: “En toch, Maarten, draag je daar zelf aan bij. Door mensen weg te zetten, door alternatieve stemmen belachelijk te maken. Haat voedt haat. Wie draagt daar dan de verantwoordelijkheid voor?”
Het was de knock-outvraag die zijn klaagzang in één klap neutraliseerde. Medelijden sloeg om in twijfel. Want wie zaait, oogst.
Mainstream tegen nieuw geluid.
Het gevecht draaide steeds meer om de vraag: wie bepaalt de waarheid?
Keulemans hield vol dat zijn rol die van hoeder van de wetenschap was. “Ik schrijf eerlijk. Ik toets, ik check.” Maar Dekkers counterde genadeloos: “Toets jij echt, of volg je de lijn die jou wordt aangereikt? Hoe onafhankelijk ben je als je krant subsidies ontvangt? Hoe geloofwaardig ben je als je steeds dezelfde experts opvoert, terwijl de samenleving schreeuwt om andere stemmen?”
Hij probeerde terug te slaan: “En jullie dan, met steeds dezelfde critici? Hoe vaak zat Maurice de Hond bij jullie?” Dekkers lachte. Het was de lach van iemand die wist dat het publiek aan haar kant stond. “Het verschil, Maarten, is dat wij transparant zijn. Jij doet alsof je neutraal bent. En dát is het grootste bedrog.”
De emotie van een generatie.
Het scherpste moment kwam toen Dekkers vertelde over haar eigen teleurstelling. “Ik was een krantenmeisje,” zei ze. “Ik vertrouwde jullie. Tot ik zag dat verhalen werden weggelaten, dat perspectieven ontbraken. Toen ben ik afgehaakt. Jullie hebben niet alleen jezelf, maar ook ons, het publiek, verraden.”
De stilte die volgde was ondraaglijk. Keulemans keek weg. Dit was geen abstracte kritiek. Dit was persoonlijk. Dit was de stem van de lezer die hij verloren had.
Fake news of fake trust?
Keulemans probeerde nog één keer het gesprek naar zich toe te trekken. “De waarheid is nooit absoluut,” zei hij. “Wat vandaag klopt, kan morgen fout blijken. Dat is geen leugen, dat is wetenschap.”
Maar Dekkers sneed er dwars doorheen: “En toch gebruik jij dat telkens als excuus. Steeds weer verander je definities, herschrijf je verhalen, schuif je je ongelijk weg. Hoe kan iemand jou dan nog vertrouwen?”
Zijn ogen flitsten. Het was geen glimlach meer, maar een grimas. Het masker van zelfverzekerde journalist brokkelde af.
De prijs van polarisatie.
Het gesprek draaide naar de polarisatie in de samenleving. Keulemans klaagde over social media, over mensen die hem haten. Maar Dekkers legde de vinger op de zere plek. “Jij klaagt over haat, maar je hebt er zelf aan meegewerkt. Jouw woorden hebben ook verdeeldheid gezaaid. Jouw stukken hebben ook bijgedragen aan het wij-zij denken. En ondertussen verkocht het geweldig, hè Maarten?”
Hij zweeg. En in die stilte klonk zijn nederlaag harder dan welk argument dan ook.
Het slotakkoord.
Toen het interview zijn einde naderde, leek Keulemans aangeslagen. Maar juist in de afronding wist hij de rollen subtiel te draaien. Waar Marlies aangaf in de toekomst rekening te willen houden met zijn bezwaren richting alternatieve media, bleef Keulemans onwrikbaar in zijn houding tegenover ‘de critici’. Daarmee zette hij zichzelf neer als degene die principieel vasthoudt aan zijn lijn, hoe omstreden die ook is.
In die laatste minuten klonk geen knock-out, maar eerder een patstelling. Dekkers had hem scherp bevraagd en momenten van ongemak bezorgd, maar Keulemans kreeg volop de gelegenheid zijn eigen narratief overeind te houden. En dat deed hij vakkundig.
Epiloog.
In de dagen erna werd er druk nagepraat. Voor de ene kijker was dit het moment dat Marlies Dekkers eindelijk de vinger legde op de pijnpunten van de gevestigde journalistiek. Voor de ander kwam Keulemans juist naar voren als de volhardende hoeder van de traditionele media, die ondanks alle kritiek overeind bleef.
Eén ding is zeker: het gesprek liet zien hoe diep de kloof tussen mainstream en nieuwe media inmiddels is, en hoe moeilijk het is om elkaar werkelijk te overtuigen. Niet één duidelijke winnaar, maar wel een spiegel voor iedereen die meekeek.■
