“Lekker-weer-onzin”: Ivor Cummins over het grote misverstand van Net Zero.

Zonnig park met spelende kinderen, picknickende vrouw met drankje, fietsend jongetje, vlieger, hond en man op bankje onder een lachende zon.

De Ierse ingenieur Ivor Cummins ziet in het klimaatdebat geen crisis, maar een denkfout. In lezingen, interviews en video’s stelt hij dat het idee van een door de mens veroorzaakte klimaatramp berust op verkeerde aannames, selectieve wetenschap en politieke belangen. “Het is,” zegt hij, “de grootste oplichterij die ooit op de wereld is gepleegd.”

Omdat sociale mediaplatforms volgens hem bepaalde termen bestraffen, gebruikt Cummins de uitdrukking “nice weather” – oftewel lekker weer, als ironisch synoniem voor het onderwerp waarover hij eigenlijk spreekt: klimaatverandering.

Een ingenieur kijkt naar het klimaat.

Cummins is van huis uit biochemisch ingenieur en werkte decennialang aan complexe technische en systeemproblemen. Hij zegt dat hij het klimaatdossier aanvankelijk niet volgde, maar besloot erin te duiken toen het thema in 2022 “plots overal tegelijk opdook”. Zijn benadering noemt hij klassiek technisch: “Bij elk complex probleem zoek je niet naar bevestiging, maar naar tegenstrijdige data. Dat is wat een ingenieur doet.”

Volgens Cummins duurde het slechts enkele uren voordat hij tot zijn conclusie kwam. “Als je de cijfers bekijkt, zie je meteen dat er geen technisch probleem is. De invloed van CO₂ op temperatuur is klein en neemt logaritmisch af. Verdubbel je het nog eens – van 400 naar 800 delen per miljoen – dan is het effect op temperatuur tien keer kleiner dan de eerste verdubbeling. Dat is glashelder. Er is geen crisis, alleen een misverstand.”

CO₂ volgt temperatuur.

Cummins verwijst naar ijskerngegevens waarin temperatuurstijgingen voorafgaan aan stijgingen van CO₂. “Het is eenvoudig: de oceanen bevatten het meeste koolstof. Als ze opwarmen, laten ze CO₂ los; als ze afkoelen, nemen ze het weer op. Dat duurt honderden jaren. Daarom zie je dat CO₂ de temperatuur volgt, niet andersom.”

Als voorbeeld gebruikt hij een alledaagse vergelijking: “Iedereen weet dat een warm biertje zijn koolzuur verliest. De oceanen doen precies hetzelfde. Het idee dat CO₂ het klimaat aanstuurt, is fysisch gezien absurd.”

Volgens Cummins is het klimaat altijd cyclisch geweest. Hij verwijst naar de Milanković-cycli*, de schommelingen in de aardbaan en asstand – als belangrijkste verklaring voor langdurige temperatuurveranderingen. “De aarde is miljoenen jaren opgewarmd en afgekoeld. Waar we nu zitten, is volkomen normaal.”

*De Milanković-cycli beschrijven natuurlijke veranderingen in de baan en stand van de aarde die het klimaat op lange termijn sturen. Ze bestaan uit drie ritmes: de excentriciteit van de aardbaan (±100.000 jaar), de helling van de aardas (±41.000 jaar) en de wiebeling of precessie van die as (±26.000 jaar). Samen bepalen ze hoeveel zonlicht de aarde ontvangt en verklaren ze de afwisseling van ijstijden en warmere perioden.

Natuurlijke oorzaken.

Als bewijs dat natuurlijke processen de dominante factor zijn, noemt Cummins vulkaanuitbarstingen. “De uitbarsting van de Samalas-vulkaan in 1257* wierp enorme hoeveelheden as de lucht in. De temperatuur daalde daarna eeuwenlang. Eén vulkaan had meer effect dan alles wat mensen sinds de industriële revolutie hebben gedaan.”

*De Samalas-vulkaan op Lombok barstte in 1257 extreem krachtig uit en geldt als een van de grootste uitbarstingen van het laatste millennium. De explosie slingerde enorme hoeveelheden as en zwaveldampen de atmosfeer in, wat leidde tot wereldwijde afkoeling, misoogsten en hongersnood in onder meer Europa en Azië. Veel historici koppelen de “koude zomer” van 1258 direct aan deze uitbarsting, die duidelijk laat zien hoe natuurlijke gebeurtenissen het klimaat ingrijpend kunnen beïnvloeden.

Ook zonneactiviteit speelt volges Cummins de hoofdrol. “De aarde is als een munt voor een gloeibol die 109 keer groter is. En we beweren dat de munt het klimaat van die bol bepaalt? Dat is waanzin. De zon regelt de energie-invoer; wij zijn ruis.”

De oorsprong van “nice weather”.

Cummins plaatst de oorsprong van de moderne klimaatbeweging in een historische context. Hij verwijst naar onderzoek van de Zweedse academicus Jakob Nordangård*, die volgens hem aantoonde dat de wortels teruggaan tot de jaren vijftig.

*De Zweedse onderzoeker Jakob Nordangård bestudeert de verwevenheid van klimaatpolitiek, globalistische netwerken en machtstructuren. In zijn werk laat hij zien hoe organisaties als de VN, de EU, de Club van Rome en grote filantropische fondsen sinds de jaren ’60 invloed uitoefenen op klimaatbeleid en publieke opinie. Hij toont hoe technocratie, CO2-narratieven en beleid als Agenda 2030 volgens hem worden ingezet om politiek en economie wereldwijd te sturen, vaak buiten democratische controle.

“De Rockefeller Brothers Fund* begon in die tijd met het financieren van projecten over milieu en energie. Later kwamen de Club van Rome en andere denktanks. Hun doel was wereldwijde samenwerking via wereldwijde problemen. Na de komst van kernwapens kon oorlog niet langer dienen als middel van controle. Dus zochten ze naar andere mondiale crises, terrorisme, pandemieën en wat zij ‘nice weather’ noemden.”

*Het Rockefeller Brothers Fund is een invloedrijke Amerikaanse stichting die sinds de 20e eeuw geld en steun geeft aan internationale instituties en klimaatbeleid. Het fonds speelde een rol in de opkomst van milieu- en duurzaamheidsagenda’s door organisaties, denktanks en activistische netwerken te financieren. Volgens critici draagt het fonds bij aan het vormen van wereldwijd beleid rondom energie, klimaat en governance, vaak via internationale samenwerkingen en NGO’s die buiten directe democratische besluitvorming opereren.

Volgens Cummins werd klimaatverandering gepresenteerd als een grensoverschrijdend gevaar dat om een grensoverschrijdende aanpak vroeg. “Dat was het moment waarop globalisme via milieubeleid zijn vorm kreeg,” zegt hij.

De rol van de Verenigde Naties.

Cummins ziet de Verenigde Naties als het centrale instrument van dat proces. “De VN werd gefinancierd door Rockefeller. Toen de Volkenbond mislukte, wilden dezelfde invloedrijke families een tweede poging, ditmaal met de VS aan boord. De VN werd de structuur voor wereldbestuur, met suborganisaties zoals de WHO en later het IPCC.”

Volgens Cummins werd het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) in de jaren tachtig gevormd uit de netwerken rond de Club van Rome. “Het IPCC is geen neutraal wetenschappelijk orgaan,” zegt hij. “Het kreeg bij de oprichting de opdracht om alleen te kijken naar door mensen veroorzaakte invloeden — CO₂ en methaan — en natuurlijke factoren buiten beschouwing te laten. Dat is in elk technisch proces een vorm van fraude. Je kijkt nooit naar één variabele; je bekijkt de hele reeks oorzaken en rangschikt ze naar grootte.”

De selectie in de wetenschap.

Cummins stelt dat wetenschappers die vraagtekens zetten bij de CO₂-hypothese sinds de jaren negentig hun financiering verliezen. “Wie meeging in het dominante verhaal, kreeg geld en status; wie het tegensprak, verdween uit het veld. Na dertig jaar van die selectie blijft alleen een schijnbare consensus over. Dat is hoe je aan ‘97 procent van de wetenschappers’ komt.”

Volgens hem is dat cijfer misleidend. “Als je het onderzoek leest, blijkt slechts één à twee procent te zeggen dat er een catastrofe dreigt. De rest bevestigt alleen dat er een klimaat bestaat. De bewering van 97 procent overeenstemming is gewoon onjuist.”

De cijfers en de schaal.

Cummins benadrukt dat de totale hoeveelheid CO₂ in de atmosfeer ongeveer 0,04 procent bedraagt, waarvan een fractie door menselijke activiteit wordt toegevoegd. “Zelfs als je dat verdubbelt, blijft het effect minimaal. In eerdere tijdperken stond CO₂ op 2000 delen per miljoen, vijf keer meer dan nu, en dat ging niet gepaard met catastrofes.”

Hij verwijst naar de negentiende-eeuwse natuurkundige Svante Arrhenius*, die als eerste het broeikaseffect beschreef. “Arrhenius zag CO₂ juist als mogelijk gunstig, omdat het ons iets zou kunnen beschermen tegen een nieuwe ijstijd. Het effect was klein en positief. Dat is nu volledig verdraaid.”

*De Zweedse natuurkundige Svante Arrhenius (1859–1927) was een van de eersten die berekende dat koolstofdioxide warmte in de atmosfeer vasthoudt — het zogeheten broeikaseffect. Hij dacht dat een stijging van CO₂ de aarde juist iets warmer en leefbaarder kon maken, en zag dat destijds als een mogelijk voordeel, niet als een bedreiging.

Over “Net Zero”.

Cummins noemt het streven naar netto nul uitstoot “een technisch onzinnig doel”. “Het is een beleid dat miljarden kost en geen meetbaar effect zal hebben. Landen jagen op cijfers die de naald niet bewegen. Het resultaat is economische schade en geen klimaatveranderings effect.”

“Ierland,” zegt hij, “zit vast aan Agenda 2030 van de VN. We proberen doelen te halen die geen enkel verschil maken. Als ingenieur zeg ik: als de invloed van een factor verwaarloosbaar is, sluit je het project af. Dat zou met CO₂ ook moeten gebeuren.”

De denkfout.

In zijn cursussen over kritisch denken gebruikt Cummins het klimaat als voorbeeld van verkeerde probleemdefinitie. “Het IPCC besloot alleen naar menselijke factoren te kijken. Daarmee legden ze het antwoord vast voordat ze de analyse begonnen. In engineering is dat ondenkbaar. Je moet alle mogelijke oorzaken beschouwen, ze sorteren naar hun effect en alleen de relevante overhouden. Als je dat doet, blijkt dat de zon en natuurlijke cycli het overgrote deel verklaren.”

Hij vat zijn redenering vaak samen in één formule:
“Probleem, reactie, oplossing.” Volgens hem creëren beleidsmakers en media paniek om daarna hun eigen antwoord te kunnen verkopen. “Dat patroon zie je telkens terug – bij pandemieën, bij energie, en nu bij het klimaat.”

Een kwestie van orde van grootte.

Cummins zegt dat de hele discussie neerkomt op schaal. “De zon heeft een invloed die vele ordes groter is dan menselijke activiteit. Als je de factoren rangschikt naar hun magnitude, is de zon bovenaan en wij helemaal onderaan. De vraag is dan: welke kunnen we eigenlijk controleren?”

Voor hem is het antwoord simpel. “De grootste factor kunnen we niet beïnvloeden; de kleinste is onbelangrijk. Dus is er geen engineeringprobleem. Alleen een politiek.”

De kern van zijn boodschap.

Cummins besluit zijn lezingen vaak met dezelfde zin: “Als je alle data op een rij zet, is het een uitgemaakte zaak. Het klimaat is niet in crisis. De crisis zit in onze politiek.”

Hij noemt zijn houding geen scepsis, maar professionaliteit. “Een ingenieur kijkt naar de data, niet naar de consensus. Als de cijfers niet kloppen met het verhaal, dan klopt het verhaal niet.”■

Bron: Ivor Cummins.

Zonnig park met spelende kinderen, picknickende vrouw met drankje, fietsend jongetje, vlieger, hond en man op bankje onder een lachende zon.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *